MTB-banden

Van snelle crosscountrybanden tot endurobanden met veel grip - MTB-banden verschillen naast de bandbreedte in drie belangrijke opzichten:

• profiel: Het aantal, de vorm en de plaatsing van de noppen beïnvloeden de grip, de hanteerbaarheid en de zelfreinigende eigenschappen.
• rubbermix: Zachte compounds geven meer grip, maar genereren ook een hogere rolweerstand.
• karkas: Hoe agressiever de rijstijl en hoe lager de luchtdruk, hoe stabieler de bandconstructie moet zijn met een meerlaags karkas en sterke anti-leklagen.

Hoe agressiever je rijstijl en hoe meer je van je mountainbike vraagt, des te groter de kans dat je een verlies van grip door versleten banden opmerkt. Daarom moet je ze vroegtijdig vervangen om veiligheid en rijplezier te behouden. Maar zelfs bij een gematigde rijstijl moet je niet te lang wachten met het verwisselen van de banden, zodat versleten banden geen veiligheidsrisico kunnen vormen. Ten laatste wanneer de noppen geen inkepingen meer vertonen of tekenen van vermoeidheid zoals scheuren in de zijwand of gebroken noppen verschijnen, is het tijd voor nieuwe mountainbikebanden.

Tubeless banden bieden een aantal voordelen, vooral voor mountainbikers. De belangrijkste redenen voor tubeless systemen zijn:

1. Minder bandenschade: De afdichtingsmelk in de band dicht kleine gaatjes in een fractie van een seconde. Door het ontbreken van een binnenband wordt de kans op Snakebites geminimaliseerd
2. Meer grip: Door het lagere lekrisico kan de tubeless band met minder luchtdruk worden gereden, wat weer meer tractie oplevert.
3. Lager gewicht: Omdat het gewicht van de binnenband wegvalt, bespaar je al snel 100 gram per wiel, ondanks de afdichtingsmelk. Dus bij elke start moet je minder massa versnellen.
4. Lagere rolweerstand: Een binnenband ‘werkt’ altijd een beetje tegen de band - vooral bij lage luchtdruk. Tubeless rijden bespaart dus ook een paar watt op de lange termijn.

Brede banden geven meer grip en demping, smallere verminderen de rolweerstand en maken het rijgedrag wendbaarder - dit geldt voor alle fietsen en vooral voor mountainbikebanden. De juiste bandenbreedte hangt dus af van je rijstijl en persoonlijke voorkeuren, maar afhankelijk van de fietscategorie zijn de volgende bandenmaten voor MTB-banden vastgesteld:

• Marathon, Cross Country: ca. 2,0" – 2,2"
• Down Country, Trail, All Mountain: ca. 2,2" – 2,4"
• Enduro, Freeride, Downhill: ca. 2,4" – 2,6"

Vanaf 2,8 inch spreekt men ook van 27,5+", meer zelden van 29+" banden. Vanwege hun hogere gewicht en rolweerstand komen deze plusbanden echter bijna alleen voor op E-MTBs.

Als je het meetlint aan de binnenkant plaatst, is een 29 inch mountainbikeband niet groter dan een 28 inch racefietsband of trekkingband. Ze komen hier allemaal op precies 622 mm binnenmaat. Omdat bredere banden echter ook naar buiten bollen, ligt de buitendiameter dichter bij 29 inch (ongeveer 736 mm) dan bij 28 inch (ongeveer 711 mm). Historisch gezien, of qua velgmaat, is de ‘Twentyniner’ gewoon een bredere 28 inch band en dankt zijn naam aan de vindingrijkheid van de marketingafdelingen.