Banden en binnenbanden
Fietsbanden en binnenbanden
BANDEN, BINNENBANDEN EN VELGLINTEN VOOR RACE, MTB, TREKKING ENZ.
Het is vandaag de dag ondenkbaar dat er vóór 1888 alleen fietsbanden zonder luchtvulling bestonden. Voor elke situatie en elke fiets is er een geschikte band te vinden. Afdalingen met snelle bochten en hoge snelheden of tochten over onbegaanbaar, onverhard terrein waarbij de noppen van de band enkele centimeters diep in modder of sneeuw een houvast moeten vinden... Het aanbod van verschillende banden tussen 20" en 29" is tegenwoordig zeer groot. Voor elk wat wils dus.
Binnenband, ventiel enz.
Zonder een goede binnenband zijn de meeste banden nutteloos. De binnenband wordt in de buitenband geplaatst. Het ventiel wordt door het ventielgat in de velg geleid en de flanken van de buitenband worden in de velg geplaatst. Daarna kan de binnenband worden opgepompt. De binnenbanden hebben dezelfde maten als de banden, vaak weergegeven in ETRTO-maten. Er is nog een factor die van belang is:
het ventiel. Voor zeer hoge velgen, de zogenaamde aero-velgen, moeten dienovereenkomstig lange ventielen worden gebruikt om met de pomp de bovenkant van het ventiel te kunnen bereiken. Voor ventielen die in de rand verborgen moeten blijven, zijn er bijbehorende ventielverlengstukken die vóór het pompen worden vastgeschroefd.
Naast de lengte van het ventiel speelt ook de breedte een rol: Franse ventielen, ook bekend als presta- of sclaverandventielen, zijn bijzonder smal en zeer populair vanwege de hoge bandenspanning die hierbij mogelijk is. Ze kunnen alleen in de brede boorgaten van sommige MTB-velgen worden gebruikt met een adapter. Dat is een verlengstuk dat op het ventiel wordt geschroefd en dat het ventiel stevig verankert in het boorgat van de velg. Het type ventiel speelt een doorslaggevende rol bij de keuze van de pomp.
Heb je een vraag over banden en binnenbanden?
Hoeveel druk je fietsbanden nodig hebben, hangt sterk af van de breedte van de banden. Brede banden verdelen de krachten over een groter contactoppervlak en hebben daarom minder luchtdruk nodig. Factoren als gewicht van de rijder, bandconstructie, velgbreedte, ondergrond, weer en rijstijl hebben een extra invloed, net als moderne tubeless en hookless systemen. De fabrikant geeft op de zijwand van de band de juiste bandenspanning aan, meestal:
- racefietsbanden tussen 5,5 en 9 bar
- trekkingbanden tussen 2,5 en 6 bar
- mountainbikebanden tussen 1 en 3 bar