Fietsbanden voor de trekkingfiets

Zelfs als de fiets niet wordt verplaatst, veroudert een fietsband na verloop van tijd. Afhankelijk van de temperatuur en de weersomstandigheden vervliegen de weekmakers en wordt het bandenrubber hard of bros. Met kwaliteitsbanden kan na vijf jaar nog zonder enig veiligheidsrisico worden gereden als ze goed worden bewaard. Als je trekkingbanden echter aanzienlijk ouder zijn of regelmatig worden blootgesteld aan weers- en temperatuurschommelingen, zal de duurzaamheid afnemen en moet je het materiaal en de grip van de banden regelmatig controleren.

Afhankelijk van de hoeveelheid kilometers die je maakt moet je de bandenspanning regelmatig controleren, maar ten minste eenmaal per maand. Want zelfs als de fiets helemaal niet wordt bewogen, zal de band na verloop van tijd wat lucht verliezen. Met rustig bereden trekkingfietsen kun je met iets minder druk in de banden rijden. Houd er echter rekening mee dat dit de rolweerstand verhoogt en de band voortijdig veroudert - dit laatste zelfs bij langer in de schuur staan.

Op de zijwand van de band staat informatie over de door de fabrikant goedgekeurde bandenspanning in bar/PSI en de maat van de band, meestal in verschillende maatsystemen. Laat je niet in de war brengen door al die nummers. Bijvoorbeeld een trekkingband met de afmetingen:

• 40-622 (ETRTO)
• 28x1.5" (Engelse inch-maat)
• 700x38C (Franse maat)

is één en dezelfde band - een ongeveer 40 mm brede band in de wielmaat 28 inch.
De luchtdrukspecificaties zijn van/tot specificaties die je in geen geval mag overschrijden. Met iets minder bandenspanning kun je echter voorzichtig experimenteren om een betere demping te krijgen. Het risico op eventuele velgschade (doorslaan) of vroegtijdige veroudering van de band (scheuren in de zijwand) is dan natuurlijk voor jou.

Er zijn verschillende systeemgerelateerde redenen voor de verschillende slijtageniveaus - die overigens voor alle fietsbanden gelden:

• Gewichtsverdeling: er rust altijd meer gewicht op het achterwiel dan op het voorwiel.
• Door de aandrijving via het achterwiel hebben aandrijvingsinvloeden hier een sterker effect.
• Bij het remmen heeft het achterwiel de neiging te blokkeren en/of weg te glijden.

Het is heel normaal dat de achterband sneller slijt. Met weg- en trekkingbanden krijgt het dan vaak een hoekig uiterlijk. In dat geval moet je de band vervangen en niet de fout maken om de voor- en achterband te verwisselen.

Als je vaak offroad rijdt, wordt het profiel van de band belangrijker. Als dit niet meer duidelijk te zien is, is het tijd voor een bandenwissel. Op de weg en in droge omstandigheden kun je de band aanzienlijk langer gebruiken, theoretisch zelfs tot de anti-leklaag of het weefsel (karkas) zichtbaar wordt. In de regel zul je echter op voorhand tekenen van ouderdom van de trekkingfiets opmerken in de vorm van scheuren in de zijwand of frequente lekke banden waardoor de band moet worden vervangen.